Voortgang uitvoeringsjaar 2023
Op 1 januari 2024 wordt de Omgevingswet ingevoerd. Dat betekent dat dit jaar de voorbereiding hierop verder wordt doorgezet. De extra kosten die hiermee gepaard gaan worden gedekt uit rijksmiddelen, de reserve Omgevingswet en algemene middelen.
Met de omgevingsvisie schuiven we iets in onze eerder genoemde planning. Dit komt door het herbezinningsmoment over de Achtersluispolder. De zienswijze op de omgevingsvisie door de raad staat nu voor het 2e kwartaal gepland. De ontwerp omgevingsvisie zal dan na de zomer ter inzage gelegd worden. De vaststelling wordt naar verwachting 1e kwartaal van 2024.
Er volgt dit jaar een nieuwe afweging op welke projecten nog (voor het einde van het jaar) met een bestemmingsplanprocedure worden afgerond en welke projecten moeten inzetten op een omgevingsvergunning of een wijziging van het omgevingsplan. De inzet is er nog steeds op gericht om de basis op orde te krijgen, zowel qua actuele omgevingsplannen als beleid.
We oefenen verder met omgevingstafels en ketentests met onze ketenpartners om zo meer inzicht te krijgen in de nieuwe systematiek van de Omgevingswet. Daarnaast worden er voor de uitvoering van de wettelijke taken een aantal afspraken en besluiten voorbereid, bijvoorbeeld met de Omgevingsdienst en over de advisering rond ruimtelijke kwaliteit.
Parallel wordt gestart met de uitvoering van de omgevingsvisie door na te denken over een financiële strategie, netwerkstrategie en een start te maken met het programmeren van ruimtelijke projecten.
Er wordt voortgeborduurd op de inzet die gedaan is om de woningbouwontwikkeling te versnellen, zoals het vergroten van de harde plancapaciteit. Met de woningcorporaties wordt nauwer samengewerkt om mogelijke belemmeringen tijdig te signaleren en op te lossen. In nieuw te sluiten overeenkomsten en grondexploitaties zullen de woningbouwprogramma’s behalve 30% sociale huur ook 30% middensegment omvatten.
De druk op de woningmarkt is in 2023 nog onverminderd groot dus ook het belang van de voortgang van de woningbouwproductie. De woningbouw kan echter onder druk komen door gestegen bouwkosten, tekort aan arbeidskrachten, minder afzet van koopwoningen en weifelende investeerders. Dit vraagt om nauwgezette monitoring en legt de vraag op tafel wat nodig is om plannen toch tot uitvoering te laten komen.
In 2023 wordt de Uitvoeringsagenda van de Woonvisie geëvalueerd. Mede op basis hiervan wordt een actualisatie opgesteld. Daarbij wordt invulling gegeven aan de afspraken die gemaakt zijn met het Rijk in de afgesloten Woondeal maar ook aan de regels uit de nieuwe wetgeving die verwacht wordt. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om het vergroten van het aandeel middensegment, aandeel woningen voor urgenten en urgentiecategorieën. In nauwe afstemming met de actualisatie van de woonagenda wordt in 2023 ook de woonzorgopgave geactualiseerd. De implementatie van het nieuwe woonruimteverdeelsysteem blijft ook dit jaar nog de nodige aandacht vergen. De pilot beroepsgroepen wordt voor twee jaar voortgezet. De doorstroomregeling voor senioren en het beleid voor kamerverhuur, woningsplitsing en toeristische verhuur worden geëvalueerd.
Dit jaar wordt een nieuw plan van aanpak voor het verbeteren van de bestaande woningvoorraad vastgesteld voor de periode 2023-2026. Dit plan “Werken aan woningkwaliteit” zet in op Veilig wonen, duurzaam wonen, langer zelfstandig thuis kunnen wonen en verbeteren ruimtelijk-functionele kwaliteit. Tevens wordt er in Zaandam Oost ook gewerkt met middelen uit het Volkshuisvestingsfonds. Hiermee kan er extra geïnvesteerd worden in de verbetering van woonkwaliteit, leefomgeving en verduurzaming.
In 2019 zijn er voor de periode 2020 – 2024 prestatieafspraken gemaakt met de woningcorporaties en het Huurdersoverleg Zaanstreek (HoZ). Omdat de samenwerkingsovereenkomst van gemeente, woningcorporaties en huurdersorganisaties afloopt, wordt gewerkt aan nieuwe afspraken.
De erfgoedstrategie Erfgoed Leeft (2019-2023) wordt geëvalueerd en geactualiseerd. Verder wordt de naoorlogse erfgoed waarden in kaart gebracht en doen we onderzoek naar een extra beschermingscategorie voor beeldbepalende panden, cultuurhistorisch waardevolle graven en het aanpassen van de kanjersubsidie. Vanuit de kerkenvisie worden kerkenpaspoorten opgesteld en worden platformbijeenkomsten georganiseerd.