Kaderbrief 2024-2027

Financiële hoofdlijnen

Financiële hoofdlijnen

Het uitgangspunt voor de Voorjaarsnota 2023 – 2027 is het meerjarenbeeld zoals dat is opgenomen in de Begroting 2023, aangevuld met de jaarschijf 2027. In onderstaande tabel staan de in deze voorjaarsnota voorgestelde begrotingswijzigingen met een saldo-effect die leiden tot een nieuw financieel meerjarenbeeld 2023 – 2027.

bedragen

x € 1.000

2023

2024

2025

2026

2027

Beginstand: Begroting 2023 - 2026

-

-

-

-

22.406

1. Doortrekken accres 2026 naar 2027

-

-

-

-

-8.613

2. Gemeentebrede autonome ontwikkelingen

Reeds genomen raadsbesluiten

174

19

19

19

19

Gemeentefonds

-6.877

-23.286

-23.599

-24.327

-24.207

Indexering

10.991

29.027

28.668

28.520

28.437

Hogere rentelasten

625

1.464

1.989

2.711

2.756

Kapitaallasten investeringen

-706

-283

-1.042

-319

137

Omgevingsdienst NZKG

332

1.118

1.277

1.149

949

Sociaal domein

-1.386

1.027

1.027

1.027

1.027

Vrijval coronareserve

-2.819

-

-

-

-

Overige voor- en nadelen

-454

-141

-308

-308

-733

Saldo gemeentebrede autonome ontwikkelingen 

-121

8.945

8.030

8.471

8.384

3. Noodzakelijke begrotingsbijstellingen

GGD versterking bedrijfsvoering

596

640

454

114

114

Veiligheidsregio Zaanstreek Waterland

                  -   

1.268

1.268

1.268

1.268

Vergunningencentrum 

865

-

-

-

-

Saldo begrotingsbijstellingen

1.461

1.908

1.721

1.382

1.382

4. Groei van de stad

Jeugd en Wmo

-

1.057

1.057

1.057

1.057

Armoede en participatie

-

343

343

343

343

Cultuur, evenementen, buurthuizen en sport

-

326

341

615

615

Areaaluitbreiding openbare ruimte

-

60

60

60

60

Inzet stelpost

-

-2.000

-2.000

-2.274

-2.274

Saldo groei van de stad

-

-214

-199

-199

-199

5. Saldo neutrale mutaties

200

50

-250

-

-

Totaal saldo

1.540

10.689

9.302

9.654

23.360

6. Terug draaien egalisatie Begroting 2023

1.662

-1.779

-6.410

12.501

-

Werkelijk saldo (+ = nadeel, - = voordeel)

3.202

8.910

2.892

22.155

23.360

6. Opnieuw bepalen egalisatiereserve

-3.202

-381

5.637

-13.625

-

Saldo begroting (+ = nadeel, - = voordeel)

-

8.529

8.529

8.529

23.360

1.Doortrekken accres 2026 naar 2027
Het ravijn van 2026 heeft het Rijk voor 2026 deels hersteld door op macro niveau een eenmalige extra bijdrage van € 1 miljard te doen. Na 2026 ontbreken echter de volume accressen nog, waardoor er ook voor 2027 en verder een ravijn blijft ontstaan. Voor 2027 doen we de aanname dat de extra bijdrage die voor 2026 is gedaan door het Rijk, ook voor 2027 wordt toegekend. Voor 2027 is daarom een stelpost voor een verwachte opbrengst van € 8,6 mln. opgenomen.

2.Gemeentebrede autonome ontwikkelingen
Reeds genomen raadsbesluiten
Omgevingswet
Het uitstellen van de ingangsdatum van de Omgevingswet naar 1-1-2024 houdt in dat we als organisatie minder leges kunnen opleggen. Rekening was gehouden met leges die voortvloeien uit het voortraject zoals de omgevingstafels. Daartegenover staan minder lasten, voornamelijk omdat ook de personele inzet naar achter wordt geschoven. Per saldo resteert een bedrag van € 0,15 mln. voor het jaar 2023.

Gastouders
De leges voor de vergunningen voor een gastouderbureau en kinderopvang wordt teruggebracht naar het niveau van 2021. Dit levert € 0,02 mln. minder inkomsten op.

Gemeentefonds
Bij de inkomsten vanuit het gemeentefonds is rekening gehouden met de effecten van de septembercirculaire 2022 en de decembercirculaire 2022, inclusief een prijscompensatie volgens de cijfers uit het CEP (Centraal Economisch Plan) 2022 en 2023. Daarnaast is op grond van communicatie vanuit het Rijk geanticipeerd op extra compensatie voor de hoge prijsinflatie van 2022, welke naar verwachting in de meicirculaire 2023 wordt toegekend. Per saldo stijgen de inkomsten vanuit het gemeentefonds met € 6,88 mln. oplopend tot € 24,2 mln. in 2027.

Indexering
De indexering is een grote post in het autonome beeld. De budgetten zijn opgehoogd om de hoge inflatie van 2022 (deels) te corrigeren. Verder zijn budgetten opgehoogd met specifieke sector indexen. Daarnaast is de CAO ontwikkeling meegenomen en is voor 2024 de loon en prijsindex toegepast die is voorspeld in de cijfers van het Centraal Economisch Plan van maart 2023 (zie hiervoor de grondslagen). Ook is de extra inflatie compensatie voor maatschappelijke instellingen van € 1,3 mln. hierin verwerkt. De indexering kan voor een deel worden opgevangen door een hogere uitkering uit het gemeentefonds. 

Hogere rentelasten
Wereldwijd stijgt de rente. Conform ons treasury beleid passen we de parameters daarop aan. Dit leidt tot hogere rentelasten van € 0,63 mln. in 2022 oplopend tot € 2,76 mln. in 2027.
De stijgende rente resulteert ook in een verhoging van de interne rekenrente van 1,25% naar 1,5%.

Kapitaallasten investeringen
Op basis van de werkelijke investeringsuitgaven in 2022 en voortschrijdende inzichten zijn de investeringsuitgaven voor 2023 en volgende jaren geactualiseerd. Daarbij is ook een aantal grote investeringen naar achteren geschoven. Hierdoor ontstaat een voordeel in de jaren 2023-2026. In 2027 ontstaat een nadeel.

Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (NZKG)
De autonome kostenstijging van € 0,33 mln. in 2023 wordt veroorzaakt door het verplicht overdragen van de asbesttaak, herijking van de kengetallen en een correctie loon-/prijsindexatie.
De autonome ontwikkeling voor 2024 en volgende jaren van circa € 1,1 mln. komt voort uit de Kaderbrief 2024 van de Omgevingsdienst. Dit wordt onder meer veroorzaakt door volumeontwikkeling t.o.v. de uitvoeringsovereenkomst 2023, loon- prijsontwikkelingen 2024 en kosten voor omzetting Milieu Belastende Activiteiten (MBA’s) inzake de Omgevingswet.

Sociaal domein

bedragen

x € 1.000

2023

2024

2025

2026

2027

a.

WMO volumegroei 2024 en verder

 - 

       899

       899

       899

       899

b.

WMO bijstelling o.b.v. realisatie 2022

   -1.126

      -717

      -717

      -717

      -717

c.

Jeugd specialistische hulp

 - 

    1.030

    1.030

    1.030

    1.030

d.

Doelgroepenvervoer

      -260

      -185

      -185

      -185

      -185

Totaal sociaal domein

   -1.386

    1.027

    1.027

    1.027

    1.027

a.    Voor 2024 en verder wordt uitgegaan van volumegroei op basis van het Wmo-voorspelmodel. Deze verwachte groei ligt gemiddeld op 3% voor de Wmo-voorzieningen. Hiervan is 1% opgenomen bij Groei van de Stad. Deze mutatie bevat de overige 2% volumegroei.

b.    Jaarlijks wordt de ondersteuning bijgesteld aan de hand van de realisatie over voorgaande jaren. Het betreft een open einderegeling. Voor 2023 wordt er een voordelige mutatie van € 1,13 mln. doorgevoerd. De belangrijkste oorzaken zijn de verlaging van het PGB (- € 0,91 mln.) en Beschermd Wonen (- € 0,36 mln.), doordat er een verschuiving is ontstaan door de inkoop van zorgaanbieders in 2021. Verder zien we in 2023 dat de subsidie van het Leger des Heils incidenteel lager is (- € 0,41 mln.) door de verbouwing van de Bosjesstraat, waardoor er minder opvangplekken zijn.

c.    Voor 2023 bedraagt de taakstelling voor de specialistische Jeugdhulp € 2,1 mln. en dit loopt op naar € 9 mln. in 2027 en volgende jaren. Vanaf 2022 zetten we middelen in om de kostenstijging in de jeugdhulp terug te dringen. De besparende maatregelen moeten leiden tot een daling van de kosten, waarvoor de taakstelling is ingerekend, maar zijn er niet op gericht om ook de jaarlijkse groei op te kunnen vangen. Ontwikkelingen zoals corona en de verminderde mentale weerbaarheid, zwaardere zorg die wordt ingezet en de toename van het aantal jeugdigen in de gemeente, zijn ontwikkelingen die met de maatregelen niet zijn te beïnvloeden. Dus ondanks dat de maatregelen tot een daling van de kosten leiden, wordt rekening gehouden met een groeiende inzet van jeugdzorg door niet te beïnvloeden ontwikkelingen in de maatschappij. Uitgegaan wordt van een groeipercentage van 3% vanaf 2024, waarvan 1% is opgenomen bij Groei van de Stad. Dit is lager dan voorgaande jaren (5%), doordat de groei in 2022 lijkt te zijn afgevlakt.

Hoewel er geen directe relatie is te leggen tussen de maatregelen en de kosten, zien we dat de groei in 2022 vooralsnog iets lager uitvalt, waardoor de taakstelling gedeeltelijk (€ 1,7 mln. van de € 2,1 mln.) kan worden ingevuld.

De invulling van de taakstelling van € 1,7 mln. is als volgt te verklaren:
- Verschuiving in de begroting tussen segmenten B, C en V.
- Toename begroting voor VNG en niet ingekochte zorg.
- Afname begroting voor Gecertificeerde Instellingen (GI).
- Afname begroting voor Persoonsgebonden Budget (PGB).

De nog resterende € 0,4 mln. wordt richting de Najaarsrapportage ingevuld.

d.    Het doelgroepenvervoer is in 2022 opnieuw aanbesteed. Door het samenvoegen van het leerlingenvervoer en AOV/CVV Zaanstreek in één contract, verwacht de aanbieder de bedrijfsmiddelen efficiënter in te kunnen zetten.

Vrijval coronareserve

Gedurende de corona pandemie zijn compensaties vanuit het Rijk ontvangen voor gemaakte kosten en gederfde inkomsten. Deze compensaties zijn in de coronareserve gestort.

De crisissituatie die er was als gevolg van corona is inmiddels voorbij. Dit blijkt ook uit het advies van het OMT, dat aangeeft dat we in de endemische fase terecht zijn gekomen. In 2023 vinden nog afrondende maatregelen plaats die uit de reserve gedekt moeten worden. Daarna is de coronareserve niet meer nodig voor het doel waarvoor deze is ingesteld. Daarom wordt nu voorgesteld om de coronareserve op te heffen. Het eindsaldo van € 2,8 miljoen, waarvoor geen bestemming meer is, kan conform de nota reserves en voorzieningen vrijvallen.

Overige voor- en nadelen
Dit betreft een verzameling van meerdere kleine mutaties die per saldo tot een voordeel leiden. Dit komt met name omdat de onroerende zaakbelasting hoger wordt ingeschat door de groei van de gemeente.

3. Noodzakelijke begrotingsbijstellingen
GGD Versterking bedrijfsvoering
In de Kadernota 2024 van de GGD Zaanstreek Waterland zijn kosten opgenomen om de bedrijfsvoering te versterken. In de afgelopen jaren is er zeer beperkt geïnvesteerd in de bedrijfsvoering, terwijl de GGD te maken heeft met toegenomen wet- en regelgeving (Wet open overheid en Wet gemeenschappelijke regelingen) en toenemende vragen naar sturingsinformatie. De Kadernota 2024 van de GGD is vastgesteld. Dit leidt voor Zaanstad tot een hogere bijdrage van € 0,6 mln. in 2023 aflopend naar € 0,11 mln. in 2027 en volgende jaren.

Veiligheidsregio Zaanstreek Waterland
De Veiligheidsregio Zaanstreek Waterland heeft de Kaderbrief 2024 vastgesteld. De volgende beleidsmatige ontwikkelingen zijn hierin vastgesteld:

  • Brede toekomstige beschouwing Brandweerzorg;
  • Informatievoorziening;
  • Hogere kosten aanbesteding realistisch oefenen.

Verwachte kosten voor de voorgestelde beleidsontwikkelingen bedragen in totaal € 2,71 mln. Voor Zaanstad betekent dit een extra last van € 1,27 mln.

Vergunningencentrum
In 2023 bereiden wij ons voor op de implementatie van de Omgevingswet. Voor de inrichting van de applicaties alsmede de processen is extra capaciteit benodigd (€ 0,75 mln.). Daarnaast is er een taakstelling voor de huisvesting van statushouders. Deze is verhoogd en kan niet met de huidige medewerkers worden opgevangen. Extra inzet is nodig (€ 0,12 mln.).

4. Groei van de stad

In de Begroting 2023 is voor het eerst een budget opgenomen voor de groei van de stad. Het doel hiervan is dat de stad kan groeien met kwaliteit en de basis financieel op orde blijft, ook als de stad sterk groeit. Voor 2024 is hiervoor een bedrag van € 2 mln. opgenomen en voor 2025 en volgende jaren een reeks van € 2,3 mln.  Deze Voorjaarsnota 2023 is de eerste voorjaarsnota waarin we het budget 2024 kunnen gaan inzetten.

In het door het college vastgestelde afwegingskader is opgenomen waar activiteiten aan moeten voldoen om voor de groei van de stad in aanmerking te komen. Dit zijn:

  • De activiteit behoort tot onze basis gemeentelijke taken;
  • Het uitgavenniveau beweegt heel expliciet en direct mee bij groei/krimp van de stad;
  • De uitgaven worden gedekt uit de algemene middelen.

Onderstaand een overzicht van de mutaties die voldoen aan het afwegingskader.

bedragen

x € 1.000

2023

2024

2025

2026

2027

Jeugd

a.

Jeugd specialistische hulp Groei van de Stad

-

515

515

515

515

b.

Groei van de Stad: Sociale Wijkteams

-

124

124

124

124

c.

Jeugdteam dienstverlening

-

105

105

105

105

d.

Groei van de Stad: WMO

-

313

313

313

313

Armoede en participatie

e.

Groei van de stad: Armoede

-

132

132

132

132

f.

Groei van de stad: Participatie

-

211

211

211

211

Cultuur, evenementen, buurthuizen en sport

g.

Cultuur en evenementen

-

200

200

200

200

h.

Buurthuizen, cultuur en sport

-

126

141

415

415

Areaaluitbreiding Openbare Ruimte

i.

Areaaluitbreiding Openbare Ruimte

-

60

60

60

60

Inzet stelpost

j.

Stelpost groei van de stad 2024

-

-2.000

-2.000

-2.000

-2.000

k.

Stelpost groei van de stad 2026

-

-

-

-274

-274

Saldo groei van de stad

           -

-214

-199

-199

-199

5. Saldo neutrale mutaties
In deze voorjaarsnota wordt een aantal saldo neutrale mutaties doorgevoerd.
Deze mutaties zijn saldo neutraal, omdat tegenover de uitgaven gelijke inkomsten staan en/of omdat deze uitgaven worden verrekend met een bestemmingsreserve.

Voorgesteld wordt om de budgetten van ‘Roze Zaterdag’ en ‘50 jaar Zaanstad’ een jaar naar voren te halen ter voorbereiding op beide evenementen. Voor ‘Roze Zaterdag’ wordt € 0,25 mln. van 2025 naar 2024 begroot en voor ‘50 jaar Zaanstad’ wordt € 0,2 mln. in 2023 begroot. Over drie jaar bezien, pakt dit saldo neutraal uit.

Van de overige saldo neutrale mutaties worden onderstaand enkele grote benoemd.

  • Via het door de raad genomen besluit inzake Woningbouwimpuls-programma’s (2021/12195) is voor 2023 een voorbereidingsbudget (1,43 mln.) en een beleidsbudget (€ 1,56 mln.) beschikbaar gesteld. Deze wordt gedekt door een onttrekking aan het Transformatiefonds (€ 2,99 mln.).
  • De budgetten voor bodembeheer worden geactualiseerd. De gemeentelijke lasten 2023 worden  voor € 0,67 mln. via de bestemmingsreserve bodembeheer verzet naar de latere jaren. Daarnaast krijgen we middelen van het Rijk voor aanvullende werkzaamheden (in totaal € 1,7 mln. over twee jaar). In 2024 wordt € 3,94 mln. onttrokken uit de bestemmingsreserve om de saneringen mogelijk te maken.
  • Bij diverse afdelingen worden formatiebudgetten omgezet in budget voor externe inhuur. Redenen voor de mutaties hebben betrekking op:
    - niet ingevulde formatieruimte (€ 2,3 mln.) ;
    - extra dekking als gevolg van een toename van projecten (€ 0,4 mln.) en;
    - het overdragen van formatie.
  • Het beleidskader voor de algemene reserve grondzaken stelt dat indien deze onder het minimum niveau daalt, moet worden aangevuld (€ 4,64 mln.) vanuit de algemene reserve (€ -4,64 mln.).  In het MPG 23.1 wordt inhoudelijk verder hierover gerapporteerd.
  • Het rekeningresultaat 2022 bedraagt € 18 mln. positief. De resultaatbestemming is onder voorbehoud van vaststelling van de Jaarstukken 2022 alvast verwerkt in deze voorjaarsnota.
  • Energietoeslag, omdat de uitvoering van de regeling door loopt in 2023 (€ 2,3 mln.)
  • Breed offensief Participatie, omdat het project wordt afgerond in 2023 (€ 0,1 mln.).
  • Zonwering Prins Bernhard kazerne, omdat het project wordt afgerond in 2023 (€ 0,1 mln.)
  • Snelle juridische analyse (Legal quick scan), uitvoering loopt door in 2023 (€ 0,08 mln.).
  • Dotatie (restant budget 2022) aan bestemmingsreserve Zorg- en Veiligheidshuis (€ 0,1 mln.).
  • Dotatie (niet besteed budget 2022) in bestemmingsreserve lerarentekort (€ 0,2 mln.).
  • Aanpassing Dam plein. A.g.v. capaciteit wordt het project pas in 2023 gestart (€ 0,1 mln.).
  • Invoeringskosten Stadspas. De implementatie vindt in 2023 plaats (€ 0,09 mln.).
  • Ondersteuning slachtoffers aardbeving Turkije en Syrië (€ 0,05 mln.).
  • Aanzuivering Algemene Reserve wegens benodigde weerstandscapaciteit (€ 5,4 mln.).
  • Dotatie aan Investeringsfonds (€ 9,1 mln.).
  • Bij het vaststellen van deze voorjaarsnota door de raad op 20 juni zijn 2 amendementen aangenomen met financiële consequenties. Deze amendementen zijn verwerkt. Het betreft de volgende amendementen:

    -
    Amendement D Onderzoek slavernijverleden
    De raad reserveert € 0,3 mln. vanuit het jaarrekeningresultaat 2022 voor het uitvoeren van een onderzoek naar het slavernijverleden in Zaanstad en de doorwerking ervan in het heden.

    - Amendement I Noodhulp voor de Molukken
    De raad stelt € 0,016 mln. beschikbaar voor, een met de Zaanse-Molukse gemeenschap af te stemmen, bestedingsdoel(en) voor noodhulp aan de Molukken.

6. Egalisatiereserve
In het financieel overzicht wordt eerst de verwerking van de egalisatiereserve zoals opgenomen in de Begroting 2023 teruggedraaid. Dit resulteert in het saldo van de begroting, zonder dat gebruik wordt gemaakt van de egalisatiereserve. In de egalisatiereserve is ultimo 2022 € 11,57 mln. beschikbaar.
In de regel ‘Opnieuw bepalen egalisatiereserve’ wordt dit saldo ingezet. Eerst wordt het jaar 2023 sluitend gemaakt. Vervolgens is bepaald wat het gemiddelde structurele saldo van de jaren 2024 tot en met 2026 is. Dat verschil is gemuteerd op de egalisatiereserve. Dit geeft voor de jaren 2024 tot en met 2026 een structureel nadeel van € 8,529 mln. In 2027 duikt het nadeel naar € 23,360 mln.

7. Overige aandachtspunten
In deze Voorjaarsnota 2023 wordt de raad voorgesteld om een viertal nieuwe bestemmingsreserves in te stellen:

  1. Opvang ontheemden Oekraïne , met als doel de egalisatie van de baten en lasten opvang ontheemden Oekraïne
  2. Lerarentekort (zijstroom onderwijs), met als doel de lerarentekorten af te laten nemen. Dit is een onderdeel van de bestemming van het rekeningresultaat 2022. Het geld hiervoor (€ 0,15 mln.) is in 2022 ontvangen.
  3. Management volkshuisvestingsfonds , met als doel de management voor dit project te regelen. De middelen (€ 0,52 mln.) zijn opgenomen in de begroting 2023, maar worden uitgegeven in de periode 2027-2031.
  4. Vergroening en biodiversiteit , met als doel de in de meerjarenbegroting 2023-2026 opgenomen middelen van € 4,0 mln. voor het Bomenbeleidsplan 2020-2050, het Groen en Waterplan en het Uitvoeringsprogramma Klimaatadaptatie over een langere tijd te kunnen uitvoeren.

Daarnaast wordt de raad voorgesteld om de bestemmingsreserve Coronamiddelen aan het eind van 2023 op te heffen.

Het gepresenteerd financieel overzicht betreft een voorlopig beeld. Onzekerheden rondom de inflatie, bijvoorbeeld indexering van jeugd/Wmo op basis van een hogere sector index en energieprijzen, hebben mogelijk nog impact op onderdelen van onze (meerjaren)begroting. Bij de Begroting 2024 wordt het financieel beeld weer geactualiseerd.

Deze pagina is gebouwd op 09/07/2023 17:17:44 met de export van 09/07/2023 17:04:47