Burap 2023

Bedrijfsvoering

2.2.2. Onze mensen en middelen

Deze paragraaf gaat over de ontwikkelingen binnen het capaciteitsbudget, de inhuur (kosten en percentages) en personele kengetallen. De rapportage laat afwijkingen zien ten opzichte van de Begroting 2023.

Werking van het capaciteitsbudget

Het capaciteitsbudget bestaat uit drie onderdelen:

  1. het salarisbudget personeel;
  2. inhuurbudget bij ziekte en vacatures;
  3. inhuurbudget voor overige inhuur.

Dit zijn communicerende vaten. Dit betekent dat we salarisbudget mogen omzetten naar inhuurbudget en andersom. Daarbij mag het totaal niet hoger worden. We mogen het totaal alleen ophogen met andere budgetten. Bijvoorbeeld rijksbijdragen, subsidies en materiële budgetten.

Een budgethouder verdeelt zijn capaciteitsbudget over de drie genoemde onderdelen. Het uitgangspunt is dat vast werk wordt uitgevoerd door medewerkers die in dienst zijn bij Zaanstad. Om verschillende redenen kan de budgethouder kiezen voor externe inhuur. Bijvoorbeeld wanneer het werk tijdelijk is of wanneer er sprake is van tijdelijk geld.

Capaciteitsbudget

Jaarrekening 2022

Primaire begroting 2023

Prognose Voorjaarsnota 2023

Verschil

Salaris personeel

102.851

114.200

118.000

3.800

Externe inhuur bij ziekte en vacatures

8.577

3.200

6.500

3.300

Externe inhuur overig

19.949

8.000

15.400

7.400

Totaal externe inhuur

28.526

11.200

21.900

10.700

Totaal capaciteitsbudget*

131.377

124.400

139.900

14.500

*) Tot begrotingsjaar 2023 bestond de categorie inhuur externe expertise. Deze was geen onderdeel van het capaciteitsbudget. Vanaf begrotingsjaar 2023 is deze categorie onderdeel van externe inhuur overig. Daarmee is het ook onderdeel geworden van het capaciteitsbudget.

Additionele dekking

Voorjaarsnota 2023

Rijksbijdragen en subsidies

3.700

Projectgelden

1.800

Materiële budgetten en overige baten

4.000

Coalitieakkoord

600

Overhead

500

Coronareserve

450

Totaal additionele dekking

11.050

Totaal netto capaciteitsbudget*

128.850

*) Netto capaciteitsbudget = totaal capaciteitsbudget - additionele dekking

Toelichting capaciteitsbudget en additionele dekking
Stijging netto capaciteitsbudget ten opzichte van de prognose bij primaire begroting (ca. €4,0 mln.)
De stijging van het netto capaciteitsbudget kan onder andere worden verklaard door:

  • Het principeakkoord van de CAO 2023
  • Inrichting van applicaties en processen ten behoeve van de implementatie van de Omgevingswet

Voor bovenstaande mutaties wordt een beroep gedaan op de algemene middelen.

Kengetallen capaciteitsbudget

Jaarrekening 2022

Primaire begroting 2023

Voorjaarsnota 2023

Capaciteitsbudget* (apparaatskosten) per inwoner**

€ 812

€ 793

 € 885

Percentage inhuur (€)
Totaal externe inhuur als percentage van totaal salaris en inhuur

21,6%

17,6% - 18,4%
(Prognose)

15,7%
(Prognose)

*) Tot begrotingsjaar 2023 bestond de categorie inhuur externe expertise. Deze was geen onderdeel van het capaciteitsbudget. Vanaf begrotingsjaar 2023 is deze categorie onderdeel van externe inhuur overig. Daarmee is het ook onderdeel geworden van het capaciteitsbudget. Het kengetal is hierdoor hoger.
**) Aantal inwoners per 1 januari 2022 (prognose): 157.785, per 1 januari 2023 (prognose): 158.099. Bron: Zaanstad in Cijfers.

Toelichting inhuurkosten en kengetal percentage inhuur
De inhuurkosten zijn lastig te voorspellen. Een groot deel van de inhuur nemen we niet op in de begroting. Dit deel van de inhuur kunnen we niet goed voorspellen en komt in de praktijk door:

  • het aantal niet vervulde vacatures
  • uitval door ziekte
  • keuzes die we in verschillende programma’s / projecten tijdens het jaar maken
  • gelden vanuit het Rijk die Zaanstad soms ontvangt voor taken en/of programma’s
  • het omzetten van materiële budgetten

In de begroting is toegezegd een toelichting te geven op de afwijking ten opzichte van de benchmark van het A&O fonds. Het percentage inhuurkosten bij Zaanstad is ten tijde van de voorjaarsnota 15,7%. De benchmark van het A&O Fonds 2021 (100.000 gemeenten, excl. G4) is 16,9%. Ondanks dat een  exacte vergelijking met benchmark lastig te maken is, lichten we toe waarom het kengetal van Zaanstad afwijkt van de benchmark.

Hieronder volgen een aantal verklaringen:

  • Gemeenten zijn onderling lastig te vergelijken, regiegemeenten versus uitvoeringsgemeenten.
  • Gemeenten, en dus ook Zaanstad, hebben in 2022 (tijdelijke) taken erbij gekregen die geen onderdeel zijn van de benchmark (van 2021).
  • Langer verzuim noodzaakt inhuur, gelet op de bestaande werkdruk in de organisatie en de balans tussen vitaliteit van onze medewerkers en de ambities.
  • De organisatie groeit. In de laatste maanden van 2022 zien we dat de verhouding inhuur ten opzichte van de vaste plekken wat aan het verschuiven is, minder inhuur en meer vast.
  • De opgaven in het fysieke domein zijn bij Zaanstad complex ten opzichte van andere gemeenten. Dit vraagt om ervaren personeel. Het lukt in de huidige arbeidsmarkt niet altijd om die medewerkers direct aan te trekken in vaste dienst.
  • Naast complex is de opgave ook relatief groot ten opzichte van andere gemeenten. We werken op veel fronten tegelijk omdat er op onderwerpen een achterstand is ten opzichte van andere gemeenten.
  • We zijn succesvol geweest in het aantrekken van extra incidentele middelen, bijvoorbeeld vanuit subsidies, Woningbouwimpuls en de MRA. Gezien de tijdelijke aard van deze gelden wordt hierop inhuur ingezet.

Kengetallen personeel

Jaarrekening 2022

Voorjaarsnota 2023

Werkelijke bezetting in fte’s

1.302

1.329

Bezetting per 1.000 inwoners in fte’s*

8,25

8,40

Aantal personeelsleden

1.408

1.441

*) Aantal inwoners per 1 januari 2022 (prognose): 157.785, per 1 januari 2023 (prognose): 158.099. Bron: Zaanstad in Cijfers

Toelichting op kengetallen personeel

Bezetting (aantal daadwerkelijke medewerkers omgerekend naar fte (36 uur)): +27 fte.
Ten opzichte van de jaarrekening is de bezetting per saldo gestegen met ca. 27 fte. Een groot deel komt door het overnemen van straathoekwerk van de GGD. Daarnaast zijn ook medewerkers aangenomen op de middelen die in het coalitieakkoord zijn toegekend. Om de afdeling te verstevigen en om de werving en aanstelling van personeel dat geworven wordt vanuit de middelen van het coalitieakkoord in goede banen te leiden, is de formatie bij P&O (gedeeltelijk tijdelijk) verhoogd en ingevuld. Tot slot zijn er nog enkele fte’s ingevuld vanuit regionaal geld en geld vanuit het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en is er geworven om de ‘span of control’ (het aantal medewerkers dat een leidinggevende onder zich heeft) te verbeteren.

Overige ontwikkelingen op het gebied van personeel

Cao Gemeenten 2023

Er is een akkoord gesloten over een nieuwe cao gemeenten 2023. Het akkoord betreft:

  1. Een loonsverhoging per 2 januari 2023. Eerst wordt het loon voor alle medewerkers verhoogd met € 240 bruto per maand op basis van fulltime dienstverband (en anders naar rato) én daarna met nog 2%. De salarisstijging varieert daarmee gemiddeld van ruim 12% in schaal 5 en bijna 7% in schaal 11.
  2. Een thuiswerkvergoeding van € 3 per dag vanaf 1 mei 2023.
  3. Een extra vakantiedag vanaf 2023 en 5 mei als feestdag vanaf 2024.
  4. Uitbreiding van de mogelijkheid om extra vakantie-uren te kopen met het IKB.
  5. Een RVU-regeling conform die voor rijkspersoneel.
  6. Afschaffen van het ‘derde ziektejaar’.
  7. Aanpassingen in Wazo-verlof en onbetaald verlof.
  8. Onderzoeken naar duurzame mobiliteit en een inclusieve cao.

Pensioenakkoord

Op 12 januari 2021 is het wetsvoorstel ‘Bedrag ineens, RVU (Regeling Vervroegd Uittreden) en verlofsparen’ aangenomen door de Eerste Kamer. Dit wetsvoorstel is onderdeel van het pensioenakkoord. Drie maatregelen uit dit akkoord zijn in het wetsvoorstel uitgewerkt. Van de drie maatregelen heeft alleen de verruiming van de RVU-mogelijkheden (RVU-vrijstelling) invloed op Zaanstad. De RVU-vrijstelling is een tijdelijke maatregel voor de jaren 2021 tot en met 2025. Deze maatregel houdt in dat de werkgever met een medewerker afspraken kan maken over eerder stoppen met werken zonder dat de regeling aangemerkt wordt als een RVU. Daardoor blijft RVU-heffing van 52% uit. Wel geldt een maximum bedrag voor de vrijstelling. Daarnaast geldt de regeling voor medewerkers die binnen drie jaar (36 maanden) hun AOW-gerechtigde leeftijd bereiken.
Op basis van het principeakkoord kunnen medewerkers met 43 ABP dienstjaren die tenminste 10 jaar in de sector gemeenten werken, van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2025 deelnemen aan de Regeling Vervroegd Uittreden. Deze afspraak is gebaseerd op de fiscale mogelijkheid om zonder (fiscale) boete een vertrekregeling overeen te komen met medewerkers die kort voor het einde van hun werkzame leven zijn geconfronteerd met een verhoging van de AOW leeftijd. Deze mogelijkheid is met name bedoeld voor medewerkers in zware beroepen. Zaanstad maakte al gebruik van de regeling voor medewerkers die buiten werk doen. Nu wordt deze mogelijkheid in de cao vertaalt als een recht voor alle medewerkers die voldoen aan de genoemde voorwaarden. De hoogte van de uitkering is gekoppeld aan de AOW uitkering voor alleenstaanden.

Reiskosten

Ten aanzien van de ontwikkeling op het gebied van de reiskosten verwijzen wij naar de jaarrekening 2022.

Dienstreizen

De regeling dienstreizen wordt momenteel verruimd in overleg met de bonden. Uitgangspunt hierbij is dat als reizen via het stadhuis niet efficiënt is, medewerkers een dienstreis vanaf huis mogen maken.

Deze pagina is gebouwd op 09/07/2023 17:17:44 met de export van 09/07/2023 17:04:47